Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], God heeft [27]een ding gesproken, ik heb dit [28]tweemaal gehoord: dat de sterkte [29]Godes is. 27. Of, eenmaal; als een zeker ongetwijfeld woord, eens vooral, waarvan alle profeten hetzelfde betuigen, te weten dat God alleen almachtig is, en daarentegen de macht der groten op aarde [gelijk gezegd] maar ijdelheid is. 28. Dat is, menigmaal, een zeker getal voor het onzekere, naar het gebruik der Schrift. 29. Of, God toekomt, toebehoort; dat Hij sterkte heeft, te weten, om bozen te bedwingen en te straffen; gelijk Hij ook goedertierenheid heeft met sterkte [gelijk volgt] om den zijnen wel te geven.